top of page

de wildernis in

Daar sta je dan. In het midden van de weg. Geen enkele beweging of geluid rondom.  Ook jij staat helemaal stil. De nacht komt eraan en de zon vult de laatste lucht achter jou.  De rangen worden gesloten. Nog even en je bent omringd door al wat donker is.  Vóór jou zie je het komen, de avondwolken lijken op bergen en je beeldt je in dat je onderweg bent naar ergens helemaal anders. Maar niet naar daar waar je moet zijn. Het is tijd om te kiezen.


Je draait de sleutels een kwartslag rond en je auto zwijgt. Hij is nu je enige gezelschap op deze plek waar niets je bekend is.  Hier blijf je zitten, in zijn warmte met je favoriete muziek op de achtergrond en de gerustheid van een gesloten slot naast je. De deur die langs de buitenkant niet te openen is, geeft je het gevoel dat niets je raken kan. Enkel de nachtwolken vóór je zullen je overspoelen als je te lang wacht. Je zit en staart naar de weg die zonet besliste om hier te stoppen. Zoals het tot hier was, zal het nooit meer zijn.  


AI-beeld door Tom Willems

Je kijkt door de stoffige voorruit en knijpt je ogen iets meer dicht zodat je kan scherpstellen op wat ver weg is. Als dat niet lukt, kijk je in de achteruitkijkspiegel naar de plek waar de zon achterbleef. Daarin scherpstellen is makkelijker, je weet van waar je komt, je herkent het, die weg zou je zelfs in het donker kunnen afleggen. De zon zorgt ervoor dat je kan zien hoe de terugweg eruitziet. Omkeren is mogelijk. Zonder twijfel en met lichte voorkeur zelfs.  Maar je bent ook wel benieuwd naar hoe de weg waar je al die tijd op reed, er uitziet vanaf hier. Kijken kan geen kwaad.  Je wilt het wel weten zodat je dat beeld kan meenemen op de weg terug. Het zou zonde zijn om er niet even naar te kijken en in je op te nemen. Om het op te slaan op je netvlies zodat het lijkt alsof je er elk moment kan naar terugkeren in gedachten. Alsof je er terug bent. Een foto van de weg die zich hier opsplitst en het moment dat jij beslist om de splitsing niet te nemen.


Met één hand op het stuur en één hand op de klink open je de deur. Het slot springt open en je zet 2 voeten op de grond terwijl je nog even blijft zitten met je handen in je schoot. Je benen zijn moe van de lange rit en ze willen liefst niets meer doen. Ze voelen zwaar en leeg. Je schoenen liggen op de zetel naast je. Zoals steeds doe je die uit om te rijden. Gewoon daarom. Omdat dat beter voelt. Je gaat op je rug liggen over de versnellingspook om zo je schoenen te grijpen en voelt opnieuw hoe moe je bent. En dat je liefst wilt blijven liggen en je ogen sluiten.  Maar die foto van de splitsende weg roept jou. Dus duw je je voeten één voor één in de sneakers waarvan je de veters nog nooit hebt gebonden. De vreemde gedachte dat ze je nog nooit deden vallen, komt even naar boven. Maar onmiddellijk heb je een verklaring voor dat plotse vraagstuk: je lijf weet hoe het moet stappen om de loszittende veters te counteren. Geniaal. Je zet één hand terug op het portier en trekt je met de andere recht aan het raam.  Het bloed stroomt weer doorheen je krakende rug en door je benen. Ze kunnen je nog niet laten stappen dus beslis je om hier even te blijven staan, met één hand op het portier en de avondlucht die zijn weg naar je gezicht vindt. Het is stil en je hoort enkel wat geritsel onder je auto. Het is te donker om te kunnen achterhalen waar het exact vandaan komt, het rode avondzonlicht helpt voor geen meter. Heel even overweeg je om terug je auto in te stappen en de deuren te sluiten, maar het geluid van het geritsel maakt je niet bang. Dus vertrouw je op je gevoel en blijft staan terwijl je naar de donkere grond kijkt onder je auto. Een witte hond kruipt er onder uit en stapt naar je toe. Heel even denk je dat je droomt. Je staat op een lege plek zonder levende ziel in de buurt en dit beest is er plots. Waar komt het vandaan? De hond geeft je geen tijd om antwoorden te zoeken en stapt kwispelend naar je toe. Blij om jou te zien op deze eenzame plek. Je bent te moe om uit te zoeken wat er zonet gebeurde en aanvaardt dat er een viervoeter hier even bij jou wilt zijn. Hij stapt met je mee naar de plek voor je auto, de koplampen verlichten de weg waar jullie staan. 


Links van je ligt een weg met wat eruitziet als vers aangelegd asfalt.  Met propere witte strepen die aanduiden waar je rijden moet zonder brokken te veroorzaken bij jezelf of een ander. De zeldzame bochten lijken tijdig te worden aangekondigd en de vangrails zijn er voor als je even zou twijfelen of afdwalen. En ondertussen wordt je begeleid door forse straatlampen die je de weg tonen zodat je niet voor verrassingen komt te staan.  


Rechts van je ligt een weg waarvan je amper kan zien wat de ondergrond is. Overwoekerd en ruw door onkruid en stenen. Het is onmogelijk om te zien waar die weg naartoe leidt omdat hij niet rechtdoor loopt. De eerste bocht die je in de verte gewaar wordt, ontneemt je het zicht op het vervolg ervan. Het lijkt een weg waar weinigen zijn gepasseerd of waar alles misschien na hun doortocht onmiddellijk weer dicht groeit.


Je staat in het midden van de weg met een witte kwispelde hond aan je zijde.  Vóór je ligt de donkere avondlucht klaar om de wereld over te nemen. ‘Tijd om te kiezen,’ fluister je tegen jezelf. Maar had je jezelf in de auto niet voorgenomen om terug te keren en enkel naar de splitsing te komen kijken om dat beeld te kunnen opslaan in je herinneringen? 

Toch houdt niets je tegen om even na te denken over de keuze die je hier zou moeten nemen als je zou doorgaan. Wat zeker niet zo is. Maar louter hypothetisch. Welke weg zou je kiezen. En waarom.  Bepaalt de hoeveelheid tijd die je hebt welke weg je neemt. De hoeveelheid avontuur dat in je lijf zit. De ene weg lijkt ongeschonden en stabiel. De andere weg lijkt gevaarlijk en onverantwoord. Waarom zou je voor die laatste kiezen? Stel dat je die weg zou inslaan en je neemt de hond mee op de achterbank, dan ben jij wel verantwoordelijk voor dat beest.  Als jij een bocht mist, mist hij die ook. Onvermijdelijk.  Als je auto onderweg wordt beschadigd door de stenen op de weg, dan zit het beest samen met jou in de wildernis. En daar heeft het niet voor gekozen. Want jij koos voor deze weg. 


Dus kan je misschien best de ongeschonden mooie asfaltweg nemen. Dan kan je meenemen wie je wilt zonder het risico van in de wildernis te belanden. Je schakelt elk mogelijk obstakel uit omdat je de weg klaar en duidelijk kan zien en die veilig genoeg is om je te brengen waar je moet zijn. De eindbestemming.  Hoewel je eigenlijk helemaal niet weet wat die is. 


Gelukkig is dat een hypothetische keuze die je louter moet nemen om net zoals de foto ook in je geheugen op te slaan. Gevolgen zijn op die manier onmogelijk. Maar toch, de wildernis trekt je aan, die ruwe weg die bezaaid is met al wat je niet kent. Zoals steeds kijk jij naar wat anders is dan al de rest. Zoals jij zelf ook bent. Anders. Daar overtuigde je jezelf lang geleden van.  Je denkt dat je in slaap zal vallen op die vlakke, verlichte en veilige weg.  Dat het eigenlijk gewoon een vervolg is van de weg waar je al die tijd op reed. Met één hand aan het stuur en 1 voet op de zetel. Zo zou je nog uren kunnen rijden zonder te weten wat er zonet passeerde.  Maar de wildernis die zal jou wakker houden en zal jou uitdagen om rondom te kijken en plaats te maken.  


Terwijl je naar de hond kijkt die nog steeds kwispelt aan je zijde, besef je dat je zonet een keuze hebt gemaakt die een terugkeer onmogelijk maakt. Je voelde heel even wat de wildernis met je zou doen als je erdoorheen zou rijden. Je stapt terug naar je auto, laat de hond op de passagierszetel zitten en sluit de deur. De rode avondzon-lucht achter je en de donkere wildernis voor je.  


Soundtrack van ‘De wildernis in’:

‘Living Proof’ van The War on Drugs 

AI-beeld door Tom Willems









67 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page